×
×

3 typen praktijkbedrijven in beeld

Het Netwerk Praktijkbedrijven is inmiddels met ruim 100 deelnemers van start gegaan. Daarbij ligt de focus op het reduceren van ammoniak- en methaanemissies. Wat zijn de verschillen tussen de drie soorten praktijkbedrijven: onderzoeksbedrijven, demonstratiebedrijven en ambassadeurs?

Zelfde doel, andere rol

Alle deelnemers gaan voor hetzelfde doel: 30% reductie van ammoniak- en methaanemissies in 2025. In hun rol en tempo zitten echter wel verschillen, vooral bedoeld om de olievlekwerking van haalbare maatregelen voor de hele sector zo goed mogelijk te faciliteren. Daarom bestaat het Netwerk uit drie soorten praktijkbedrijven:

  • 18 onderzoeksbedrijven,
  • 22 demonstratiebedrijven,
  • Maximaal 70 ambassadeurbedrijven.

Bij de onderzoeksbedrijven ligt de focus op het verzamelen van data, meten en toetsen van bestaande en nieuwe reductiemaatregelen. Met de kennis en inzichten die daaruit voortkomen, gaan de demonstratiebedrijven aan de slag als brede praktijktoets. Zodat vervolgens de ambassadeurs beproefde en haalbare maatregelen en inzichten kunnen toepassen op hun bedrijf. En via hun studiegroep collega-melkveehouders inspireren; de olievlek.

Er is steeds sprake van wisselwerking binnen het Netwerk; onderzoek wordt gevoed met vragen en resultaten uit de praktijk en de praktijk plukt en toetst de vruchten van onderzoek. Zo blijven de deelnemers onderling verbonden. De olievlek wordt nog groter doordat ook erfbetreders, loonwerkers en adviseurs betrokken worden bij de vertaalslag naar de praktijk. De onderzoeks- en demonstratiebedrijven worden in hun leer- en ontwikkeltraject ondersteund door bedrijfsbegeleiders. Deze (40) praktijkbedrijven zijn geselecteerd als afspiegeling van de Nederlandse melkveehouderij. Denk dan aan verschillende grondsoorten, wel of geen weidegang, intensief of extensief en typen bedrijfsvoering.

Integraal in de praktijk

Praktijkonderzoek brengt in beeld welke maatregelen scoren op reductie van zowel ammoniak- en methaanemissies en bovendien wát de mate van succes bepaalt op deze verschillende bedrijven. Waarom wordt maatregel a een succes op bedrijf x en minder op bedrijf y? Ook komt naar boven welke maatregelen in de praktijk onwerkbaar of onhaalbaar zijn. Onderzoekers en melkveehouders zetten samen de schouders er onder, leren van elkaar en werken maatregelen samen uit. Spannend, want melkveehouders worden al meegenomen terwijl de kennis nog volop in ontwikkeling is. Inzichten van vandaag kunnen morgen bijgesteld worden. En alhoewel de reductie van de ammoniak- en methaanemissies voorop staan, wordt ook gekeken naar de rest van het bedrijf. Bij de integrale aanpak is het uitgangspunt dat er geen afwenteling elders plaats vindt. Maar ook dat de boterham goed belegd blijft.

Jaarplanning

2021 staat voor de onderzoeks- en demonstratiebedrijven voornamelijk in het teken van elkaar leren kennen en inzicht krijgen in je eigen handelen en bedrijfsvoering. Daarna stelt elk bedrijf een reductieplan op voor 2022. Iedereen wil graag aan de slag, maar om afgewogen keuzes te kunnen maken in maatregelen, is het belangrijk te weten wat bij je past, wat je wilt en wat je kunt, en wat (nog) niet. Zodat elke ondernemer aan een haalbaar plan werkt dat hem/haar verder brengt.

Gerelateerde deelnemers

Stan bosman 13

Stan Bosman

melkveehouder in De Krim

Demonstratiebedrijf

Overijssel - Zand - 150 dagen weidegang - Derogatie: Ja - Gangbaar - 17458 kg meetmelk / ha
Wout huijzer 4

Wout Huijzer, Nely Schutte en Martijn Huijzer

melkveehouder in Zeerijp

Onderzoeksbedrijf

Groningen - Klei - 236 dagen weidegang - - Gangbaar - 17104 kg meetmelk / ha

Lees verder