×
×

Bedrijfsbezoek in beeld: De basis op orde en biologisch door ontwikkelen

De 40 onderzoeks- en demonstratiebedrijven hebben elk hun eigen Netwerk-bedrijfsbegeleider. Als sparringpartner bij hun bedrijfsvoering én bij het opstellen van hun persoonlijke reductieplan om integraal emissiewinst te behalen. Daarvoor hebben zij regelmatig contact met elkaar, o.a. door fysieke bedrijfsbezoeken waarbij de dagelijkse gang van zaken aan bod komt. Kijk mee met bedrijfsbegeleider Michiel Meindertsma bij zijn bezoek aan Gerben Braakman in Dwingeloo, Drenthe. Gerben ging in 2022 met de basisstappen van de Netwerk-aanpak aan de slag. In 2023 is het zaak om behaalde resultaten vast te houden, met aanvullende stalmanagementmaatregelen te starten én de weidegang uit te breiden.

De Agara Hoeve van Gerben Braakman is één van de 15 stalmeetbedrijven van Netwerk Praktijkbedrijven en daarmee een van de 18 onderzoekbedrijven. Ook is het een van de drie biologische Netwerk-deelnemers én ligt het dicht tegen Natura 2000-gebied het Leggelderveld aan. Genoeg gespreksstof voor een bedrijfsbezoek in beeld.

Basisstappen: rantsoen- en diermanagementmaatregelen
Rantsoen- en diermanagementmaatregelen zijn binnen Netwerk Praktijkbedrijven het startpunt voor het verlagen van de emissies. In 2022 lag de focus voor Gerben (en de 39 andere onderzoeks- en demonstratiebedrijven) dan ook op het verlagen van het ruw eiwitgehalte (RE) en het verlagen van het aantal stuks jongvee, gevolgd door het verhogen van de VEM-balans.
Michiel: ‘’Vanwege de beperktere bemestingsmogelijkheden (in vergelijking tot gangbare bedrijven) geldt voor biologische bedrijven vaak dat eiwitwinning van eigen land een punt van aandacht is. En dan met name het RE-gehalte in de graskuilen. Door ruimte in de mestboekhouding voert Gerben aanvullend biologische varkensmest en plantaardig digestaat aan. Deze manier van bemesten werpt letterlijk zijn vruchten af en heeft een gunstig effect op het RE-gehalte van de graskuilen.’’

Tabel 1: Samenstelling rantsoen 2021

Gerben: ‘’Tegen onze verwachtingen in leidde de aanvullende bemesting tot een mooi RE-gehalte (totaal rantsoen) van 146 g in 2020 en 148 g in 2021.’’ Hiermee komt De Agara Hoeve in 2020 en 2021 tevens onder de streefwaarde van het Netwerk uit van 150 g RE. Zie tabel 1 voor de samenstelling van het rantsoen.

Tabel 2: Overzicht kengetallen 2020 en 2021 basisstappen Netwerk-aanpak

Net zoals het RE-gehalte lag het aantal stuks jongvee per 10 melkkoeien de afgelopen jaren eveneens lager dan de gestelde streefwaarde, met 4,9 stuks in 2020 en 3,5 stuks in 2021 (zie tabel 2). Gerben krijgt dit voor elkaar door op de levensduur van de melkkoeien te focussen. Met een gemiddelde levensduur van 7,8 jaar, is het vervangingspercentage van 14% dan ook zeer laag. De verhouding RE-kVEM lag in 2020 op 162 g/kVEM en in 2021 op 157 g/kVEM, waar gestreefd wordt naar 155. Door het voeren van natte bijproducten, krachtvoer, mais en vers gras lukt het Gerben om op de RE-VEM balans te sturen.

Afbeeldingen: Positie Gerben Braakman in 2021 in kwadrantenschema's 1 en 2

Michiel: ‘’Al deze kengetallen laten zien dat Gerben al goed op weg is en de basisstappen bijna allemaal zijn behaald. In kwadrantenschema 1 zit Gerben al in het meest optimale kwadrant (I). In kwadrantenschema 2 zit Gerben in kwadrant II ook al bijna tegen de gestelde streefwaarde aan. Voor 2023 is het dan ook belangrijk om deze resultaten vast te houden.’’

Aangezien de definitieve KringloopWijzer-resultaten van 2022 op het moment van schrijven van dit artikel nog niet bekend zijn, zijn alleen de cijfers van 2020 en 2021 in dit artikel opgenomen.

Michiel: ‘’We wachten nu nog op de KringloopWijzer-cijfers van 2022. Omdat Gerben een biologisch en extensief bedrijf heeft, is dat altijd spannend. De KringloopWijzer is namelijk in de basis ingericht op gangbare bedrijven. Daardoor kunnen bedrijven als die van Gerben afwijken in hun KringloopWijzer-resultaten. Dit krijgt nadere aandacht in het (zuster)project Biomonitor.’’

In beeld

Volgende stap: stal- en mestmanagementmaatregelen

Sinds 2021 meet CLM concentraties in de stal van Gerben. Als onderzoeksbedrijf kan hij ook zelf het verloop van de metingen (en de bijbehorende emissies) gedurende de dag aflezen. Elke twee maanden levert CLM meetrapporten op, die Gerben vervolgens samen met de stalonderzoeker en Michiel bespreekt.

Michiel: ‘’Het effect van management wordt door de metingen en meetrapporten zichtbaar. Zo was in één van de meetrapporten na het bijvoeren van wortelen een duidelijke stijging in de methaanemissie te zien. Waar de wortelen bedoeld waren voor betere eiwitbenutting, en de verwachting was dat daarmee de ammoniakemissie zou dalen, pakte dit in de praktijk voor methaan juist negatief uit. Gerben is er hierna dan ook mee gestopt.’’

Afbeeldingen: Resultaten stalemissiemetingen, Gerben bekijkt het verloop van emissiemetingen

Dit jaar gaat Gerben (samen met de 14 andere stalmeetbedrijven) aan de hand van de zogenoemde ‘stalmeetagenda’ een combinatie van (aanvullende) stalmanagement-maatregelen uitvoeren.
Michiel: ‘’Allereerst wordt de mestkelder (zo grondig mogelijk) gereinigd om te zorgen dat er zo weinig mogelijk methaanvormende bacteriën overblijven. Hoe minder methaanvormende bacteriën er bij aanvang van de opslagperiode in de mestopslag zitten, hoe minder (snel) methaan gevormd wordt. Als tweede maatregel worden beluchtingsslangen op de keldervloer aangebracht. Door lucht (via de beluchtingsslangen) toe te voegen aan een zuurstofarme omgeving, de mestopslag, vindt minder methaanvorming plaats.‘’
Zodra beide stalmaatregelen worden uitgevoerd, worden de effecten hiervan het komende jaar door de stalmeetonderzoekers gemeten en gemonitord.

Uitbreiding weidegang
Gerben past veel weidegang in zijn bedrijfsvoering toe. Weidegang is na rantsoen- en diermanagement en stal- en mestmanagement het volgende onderdeel van de Netwerk-aanpak dat emissies kan verlagen.

Naast het weiden wordt, met name in de herfst, ook nog veel vers gras op stal gevoerd. De opname van vers gras maakte in 2020 en 2021 meer dan 30% uit van het totale rantsoen. Daarnaast was het percentage rantsoen van eigen grond de afgelopen jaren ook erg hoog, met meer dan 85%.
Michiel: ‘’Voor dit jaar (2023) is het de bedoeling om de opname van gegraasd gras te verhogen tot 2000 kg DS per koe. Een hoge vers grasopname heeft namelijk een positief effect op de ammoniak- en methaanemissie en verhoogt de voerkostenefficiëntie. Een hoger percentage voer en eiwit van eigen grond maakt dat de voeraankoop van derden minimaal is.’’

Om het verhoogde DS percentage te bereiken zijn in afstemming met bedrijfsbegeleider Michiel en weide-expert Bert Philipsen de volgende acties afgesproken:

  • Vroeg starten met weiden, uiterlijk 20 maart (t.o.v. 14 april in 2022).
  • Dag en nacht weiden verlengen tot minimaal 120 dagen (t.o.v. 100 dagen in 2022).
  • Bijvoeding verminderen in weideperiode.
  • Doorgaan met stripgrazen (met gebruik van achterdraad), waarbij de perceelgrootte wordt aangepast naar de behoefte van de koeien (met name van belang bij dag en nacht weiden). Vanwege arbeidsbesparing wordt ook geïnvesteerd in extra rasterspinnen, draad en waterbakken.
  • Wekelijks farmwalks (grashoogtemetingen) en vers gras analyses uitvoeren om de graskwaliteit te bepalen en te monitoren en hier vervolgens op te sturen.
  • De bereikbaarheid van de percelen vergroten door de infrastructuur te verbeteren (o.a. door koepaden op te knappen, het aanleggen van extra paden en dammen, etc.).

Gerben: ‘’Voorwaarde voor het verhogen van de vers grasopname is wel dat het mij geen extra arbeid kost, ik wil graag efficiënt (blijven) werken.’’

In beeld

Begrippen:

  • Ruw eiwit (RE) = het eiwit dat direct beschikbaar is in het rantsoen. Het ruw eiwitgehalte in het rantsoen staat in relatie met de melkproductie, het ureum en eiwitgehaltes. (Bron: Eurofins Agro)
  • RE/kVEM = het ruw eiwitgehalte per kilo VEM (Voeder Eenheid Melk).
  • Droge stof (DS) = vormt de basis voor alle andere kengetallen en de voederwaardewaardering; deze worden namelijk per kilogram droge stof weergegeven. Op deze manier zijn ze gemakkelijk te vergelijken en onafhankelijk van het vochtgehalte. (Bron: Eurofins Agro)
  • Zomerstalvoedering = vers gras voeren op stal.
  • Stripgrazen = een beweidingssysteem waarbij de koeien langs een afrasteringsdraad bewegen, die twee keer per dag wordt verplaatst. Zo krijgen ze iedere halve dag een nieuw perceel om te beweiden.

Gerelateerde deelnemers

Gerben braakman 29

Gerben Braakman

melkveehouder in Dwingeloo

Onderzoeksbedrijf

Drenthe - Zand - 220 dagen weidegang - Derogatie: Nee - Biologisch - 7009 kg meetmelk / ha

Lees verder