×
×

Bedrijfsbezoek in beeld: emissies verlagen met de Netwerk-aanpak

De onderzoeks- en demonstratiebedrijven hebben elk hun eigen Netwerk-bedrijfsbegeleider. Als sparringpartner bij hun bedrijfsvoering én bij het opstellen van hun persoonlijke reductieplan om integraal emissiereducties te behalen. Daarvoor hebben zij regelmatig contact met elkaar, o.a. door fysieke bedrijfsbezoeken waarbij de dagelijkse gang van zaken aan bod komt. Kijk mee met bedrijfsbegeleider Michiel Meindertsma bij zijn bezoek aan Marten, Anneke, dochter Els en zoon Ultsje (de Jong, demonstratiebedrijf). De afgelopen jaren zijn zij aan de slag gegaan met de Netwerk-aanpak, waaronder het verlagen van het ruw eiwitgehalte in het rantsoen, het verhogen van de VEM en het verlagen van het aantal stuks jongvee. En met succes, de daling van ammoniakemissie is ingezet.

Een weidebedrijf met als doel “Buorkje mei Greidefugels” (boeren met weidevogels), gevestigd in Baaium, Friesland. Waar koeien gemiddeld zo'n 180 dagen per jaar weiden, voor maar liefst 9 uur per dag. Deze maatschap gaat verder dan alleen het welzijn van de koeien; er wordt ook veel aandacht besteed aan weidevogels. Maar liefst 55% van het land wordt gewijd aan agrarisch natuurbeheer, waar de natuur in harmonie samengaat met de landbouw. Zo bewijzen Marten en zijn gezin dat het niet alleen om boeren gaat, maar om boeren in een omgeving die zowel passend als gastvrij is voor mens en dier. Het gezinsbedrijf doet mee met Netwerk Praktijkbedrijven omdat ze zelf graag in actie komen om de doelstellingen te behalen.

Ruw eiwit in rantsoen verlagen
Eerste stap van de Netwerk-aanpak om emissies te verminderen is het verlagen van het ruw eiwitgehalte (RE) in het rantsoen. Streefwaarde hierbij is 150 gram per kg DS. Michiel: In 2020 (referentiejaar) was het RE nog 156 gram (zie tabel 1). In de jaren daarop is het RE flink gedaald en in de KringloopWijzer van 2023 kwam de maatschap op een totaal RE van 141 gram. Dit bedrijf heeft dus laten zien dat ze het streefdoel van Netwerk Praktijkbedrijven kunnen behalen. Mede doordat aan de koeien een lager RE gevoerd werd, is de ammoniakemissie gedaald (zie tabel 2). Hun doel is nu om onder de 150 gram te blijven, maar bij voorkeur nog lager, rond de 130 gram. Dat is erg laag, levert dit geen problemen op? “Niet noemenswaardig” aldus Michiel.

Bij de aankoop van ruw eiwit wordt rekening gehouden met het eiwitgehalte in het voer. Voerleverancier ABZ produceert voer waarbij zij rekening houden met het gewenste ruw eiwitgehalte. Verder wordt het gras later gemaaid, vanwege weidevogels, en dat geeft over het algemeen een lager ruw eiwitgehalte in de graskuil. Het droger inkuilen (meer dan 50% droge stof) kan de verhouding tussen DVE en OEB beïnvloeden en de kwaliteit van het eiwit verbeteren. Michiel: “Als het totale RE in het rantsoen laag is, moet je ervoor zorgen dat er minimaal 980 VEM aanwezig is.” Binnen de Netwerk-aanpak is aandacht voor de VEM. Stap 2 bestaat uit het verlagen van het RE totaal (tot 150 g per kg DS berekend rantsoen in de KLW) in combinatie met het verhogen van de VEM per kg DS, waarbij gestreefd wordt naar een RE/kVEM verhouding van 155. Zie tabel 1 voor hun voortgang hierop.

Als het gaat om ureumgehalte, is Marten heel duidelijk in zijn doelen: hij streeft naar een ureumgehalte van 12 of lager, en zelfs onder de 10 lijkt haalbaar te zijn. Ureumgehalte verlagen is geen maatregel binnen het Netwerk, wel een indicator bij de aanpak. De hoogte van het ureumgetal kan een verlies aan benutbare eiwit betekenen.

Jongvee verlagen
Naast het verlagen van het RE-gehalte in het rantsoen, start de Netwerk-aanpak met het verlagen van het aantal stuks jongvee. Binnen het bedrijf hanteert dochter Els een streng, maar effectief beleid als het gaat om het aanhouden van kalveren. Haar doel is om 4 tot 4,5 stuks jongvee aan te houden per 10 melkkoeien, en ze liggen goed op schema om dit te bereiken (zie tabel 1). “Dat is overigens ambitieuzer dan het streefdoel van 5 stuks van de Netwerk-aanpak” deelt Michiel mee. Els deelt een nuchtere analyse van haar aanpak: “Koeien moeten hier gewoon oud kunnen worden.” Hoewel de leeftijd bij afvoer hoog is, gelooft Els dat er ruimte is voor verbetering.

Daarom ligt de focus dit jaar meer op het verbeteren van het koecomfort, zelfs in de al ruim opgezette stal. Er wordt extra aandacht besteed aan de ligboxen en de boxbedekking om ervoor te zorgen dat de dieren zich optimaal voelen. In de zomer van 2023 werden groepshutten aangeschaft voor de kalveren, die niet alleen het welzijn van de dieren bevorderen, maar ook efficiënt kunnen worden gereinigd.

Zal het inzetten op koewelzijn iets te maken hebben met Johanna 41? De koeienkoningin die in haar 14-jarige bestaan 10.000 kilo eiwit en 125.000 kilo melk gaf!

Kringloopwijzer, Navigator en BEX voordeel
Een boeiende ontwikkeling in 2023 was het gebruik van Navigator. Netwerk Praktijkbedrijven gebruikt de KringloopWijzer en sinds kort ook de Navigator om de effecten van de Netwerk-aanpak bij de onderzoeks- en demonstratiebedrijven te monitoren. Waar de KringloopWijzer terugkijkt op het jaar, is het met de Navigator mogelijk om tussentijds, per kwartaal, naar de effecten van het bedrijfsmanagement te kijken. Marten en Els zijn hierover bijzonder enthousiast omdat het hen in staat stelt om bewuster bezig te zijn met de KringloopWijzer (KLW). “De inzichten zijn niet langer beperkt tot einde van het jaar. Op deze manier kunnen we gedurende het jaar bijsturen en communiceren met degenen die het erf betreden”, zegt Els.

Een voorbeeld? Tot en met het derde kwartaal was al duidelijk dat er voordelen te behalen waren, waaronder BEX-voordelen, maar ze moeten wel blijven letten op de RE-gehaltes in de eventuele herfstkuilen, aangezien deze nogal verstorend kunnen werken. BEX, oftewel Bedrijfsspecifieke Excretie, biedt de mogelijkheid om op bedrijfsniveau voordelen te behalen op het gebied van stikstof- en fosfaatbeheer. BEX kan worden bereikt door zowel een lage ureum- als een lage RE-waarde te realiseren. Dit resulteert in aanzienlijke besparingen op mestafvoer en bevordert een efficiënter gebruik van eigen grond, waardoor de noodzaak van het aankopen van kunstmest tot een minimum wordt beperkt.

In beeld

De familie streeft dus naar gezonde koeien, een lage aanvoer van eiwit en het voordeel van BEX. Hoe krijgen ze dit voor elkaar?

  • Marten: “Een groot deel van onze uitgestrekte huiskavel, die ongeveer 80 hectare beslaat (totaal 109 hectare in 2023), wordt later gemaaid, wat automatisch resulteert in een lager ruwe-eiwitgehalte”. Bovendien hebben ze nauw samengewerkt met collega-veehouders in de buurt om weidevogelbeheer te bevorderen. In het voorjaar staat het weiden voornamelijk in het teken van mozaïekbeheer, waarbij op sommige percelen plasdrasgebieden zijn aangelegd.
  • De familie koestert hun blijvende grasland, dat hier en daar is aangevuld met speciale kruidenmengsels om de weidevogels te ondersteunen.
  • Het bedrijf beperkt het gebruik van kunstmest tot een minimum. Marten: “We laten de bodem het werk doen. Wanneer nodig, maken we gebruik van vloeibare ammoniumkunstmest met 23% stikstof.
  • Om een optimaal energiegehalte in het rantsoen te behouden, voegen ze perspulp toe. Dit compenseert de verminderde grasopbrengst. Ook benutten ze de vergoedingen uit beheermaatregelen bewust om eventuele tekorten in het ruwvoer aan te vullen.
  • Marten: “Bij de aankoop van krachtvoer streven we naar voer met een hoog energiegehalte en een laag RE-gehalte.” Voerleverancier ABZ diervoeding helpt hieraan mee.
  • Ze proberen ruwvoer droog in te kuilen, met een drogestofgehalte van meer dan 50%. Dit bevordert de verhouding tussen DVE (Darm Verteerbaar Eiwit) en OEB (Onbestendig Eiwit), en leidt tot hoogwaardig eiwit uit eigen ruwvoer.

Verminderen methaanemissie
De eerste stappen (RE verlagen, jongvee verlagen, VEM verhogen) van de Netwerk-aanpak hebben focussen vooral op het verlagen van de ammoniakemissie. In 2023 kwam de focus op methaan erbij. Bij het samenstellen van het rantsoen wordt rekening gehouden met het verminderen van zowel ammoniak- als methaanemissie. Hoe pakt de maatschap dit aan?

Het rantsoen bestaat bijna voor 25% uit perspulp. Hoewel dit product een positieve CO2-voetafdruk heeft in het kader van kringlooplandbouw, wordt het gekenmerkt door een hoge CH4-emissiefactor (EF-CH4). Samen met de voeradviseur Klaas Agricola van ABZ Diervoeding, zoeken ze een oplossing. Dit blijkt allesbehalve eenvoudig. Waarom? Energierijke producten hebben doorgaans een hogere EF-CH4, terwijl eiwitrijke producten meestal een lagere EF-CH4 hebben. Marten grapt vaak dat perspulp zijn 'Friese mais' is, ondanks dat het product uit Groningen komt.

Michiel: “De meest voor de hand liggende oplossing om de EF-CH4 te verlagen, zou zijn om perspulp te vervangen door mais, aangezien mais over het algemeen gunstiger scoort.” De familie is nog niet volledig overtuigd van deze aanpak, maar zal dit de komende tijd wel verder uitwerken. “Stel je vervangt perspulp door mais dan heeft het op het totale rantsoen al een groot effect op EF-CH4”, aldus Michiel. Het aanpakken van de CH4-uitstoot kan ook worden beïnvloed door kuilen met een lager NDF-gehalte te winnen, maar dit strookt misschien niet met het beheer van de grond, waarin ze geen concessies willen doen. Marten: “Dit blijven we de komende tijd met de voeradviseur bespreken. Daarnaast streven we ernaar om meer vers gras in het dieet van de koeien op te nemen, omdat vers gras een lagere EF-CH4 heeft.”

Een blik vooruit

  • Marten: “We blijven inzetten op een laag RE, laag ureum, lage jongvee bezetting en een hoge VEM handhaven en eventueel aanscherpen”;
  • Meer winst behalen op gebied van CH4, door meer vers gras in het dieet van de koeien en scherp letten op EF-CH4 bij aankoop voer.
  • Het boeren met de natuur en de omgeving staat voorop met behoud van een verdienmodel. Groei in aantal dieren is geen streven;
  • Anneke: “Doorgaan met Agri-Recycling middels het CMC composteren van groenafval, bijvoorbeeld slootmaaisel of bermmaaisel van het eigen erf en omgeving.” Op deze manier wordt de aanvoer van kunstmest verminderd of zelfs vervangen;
  • Door minder input vanuit kunstmest beter scoren op NH3-emissies en de bodem nog meer op natuurlijke wijze aan het werk krijgen.

Gerelateerde deelnemers

Marten de jong 7

Marten de Jong

melkveehouder in Baaium

Demonstratiebedrijf

Friesland - Klei - 180 dagen weidegang - Derogatie: Ja - Gangbaar - 17366 kg meetmelk / ha

Lees verder