Jongvee
Klaas Jan zit daarnaast al vanaf het begin van het project laag in zijn jongvee. Is dat vol te houden? “Ja, we zijn niet bang om een koe wat extra tijd te geven om te herstellen. De levensduur bij afvoer is op ons bedrijf gemiddeld zo’n 7,5 jaar. Omdat we proberen een koe niet te snel te vervangen hebben we ook wat minder jongvee staan.”
Naast melkveehouder is Klaas Jan werkzaam bij Unilever, waar hij verantwoordelijk is voor de duurzame inkoop van zuivel, vlees en eieren. “Hierbij kijk ik ook op overkoepelend niveau naar de emissies van broeikasgassen, waar methaan onderdeel van uitmaakt. En hoe we de totale impact van de zuivelsector kunnen verminderen.”
“Dat is zeker een andere bril dan die van melkveehouder. Toch streef ik in beide functies naar oplossingen die economisch slim zijn. Alleen op die manier komen we verder.”
“Op korte termijn kunnen we wel reducties teweeg brengen, maar dit moet ook op lange termijn gebeuren. Dus zorgen voor de reductie is één stap, maar zorgen voor de technische en economische resultaten van melkveehouders een tweede. Investeringen moeten ook nog zinvol zijn als we de transitie door zijn.”
Toekomst
“Aankomende jaren zullen we ons op het bedrijf vooral richten op meer grondgebonden worden. Hierdoor hopen we autonomer te worden en minder afhankelijk te zijn van anderen. Misschien willen we meer biodiversiteitselementen inpassen, maar dan moeten deze in het financiële plaatje passen.”
“Ik wil de volgende generatie zo min mogelijk opzadelen met mijn keuzes”, besluit Klaas Jan. “Als een van mijn kinderen, neefjes of nichtjes iets met de boerderij wil, moet het melkveebedrijf geen strop voor ze zijn. Het mag ook een manege of akkerbouwbedrijf worden, zolang de opvolgers er kansen in zien. Tot die tijd ontwikkelen wij ons bedrijf zo goed als mogelijk.”