Verband windsnelheid, temperatuur en veldemissie
Bij Agro-innovatiecentrum De Marke in Hengelo (GLD) is gekeken naar het verband tussen windsnelheid, temperatuur en de EF (het emissiepercentage) bij mest uitrijden. Niet door daadwerkelijk mest uit te rijden, maar door het simuleren van veldemissies (op basis van een model) in de periode van 15 februari t/m 31 augustus 2023. Figuur 1 hiernaast brengt de potentiële veldemissies van De Marke in beeld, op basis van windsnelheid en temperatuur*, indien er op die dag mest werd uitgereden.
Figuur 1 laat daarbij zien dat de potentiële veldemissie bij mest uitrijden sterk varieert op dagniveau, maar ook tussen voorjaar en zomer. Gemiddeld lag het emissiepercentage in het voorjaar rond de 15% (van de mineraal gebonden stikstof). In de zomer lag het emissiepercentage rond de 20%. Wat opvalt is dat er een verband te zien is tussen de windsnelheid, temperatuur en het veldemissiepercentage.
In het voorjaar wordt de variatie in het emissiepercentage tussen de dagen met name veroorzaakt door de windsnelheid, waarbij een hogere windsnelheid zorgt voor een hoger emissiepercentage (zie oranje lijn in grafieken februari t/m mei). In de zomer heeft de windsnelheid minder effect op het emissiepercentage. In de zomermaanden is er juist een verband te zien tussen de temperatuur en het emissiepercentage, waarbij een hogere temperatuur zorgt voor een hoger emissiepercentage (zie grijze lijn in de grafieken juni t/m augustus). In de zomer zijn er enkele dagen waarop het warm is én het hard waait. De veldemissie komt dan soms wel boven de 30%. Het maakt dus voor je veldemissie veel uit op welke dag je mest uitrijdt. En het verschilt per periode waar je op kunt letten (voorjaar = vooral windsnelheid, zomer = vooral temperatuur).
*Neerslag heeft een reducerend effect op de NH3-veldemissie, maar is niet meegenomen in deze berekening.