×
×

Hoe verlaagt Christiaan ammoniak- en methaanemissies op zijn bedrijf?

De 39 onderzoeks- en demonstratiebedrijven zijn het middelpunt van Netwerk Praktijkbedrijven. Een gevarieerde en betrokken groep melkveehouders met verschillen in intensiteit, grondsoort en bedrijfsvoering die gaan voor minder ammoniak én methaan. De manier waarop zij ammoniak- en methaanemissies verlagen is echter voor ieder bedrijf verschillend. Demonstratiebedrijf Christiaan van Dalfsen vertelt over zijn aanpak.

Terugkijken

Wat heb je het afgelopen jaar gedaan om ammoniak- en methaanemissies te verlagen?
Op diverse punten zijn we aan de slag om ammoniak- en methaanemmissies te verlagen. Zo is het door een lichte sleepslangcombi (8 meter) van de loonwerker eenvoudiger om water toe te voegen aan de mest. Hier zijn we afgelopen jaar mee gestart.
Verder hebben we door een bedrijfsaanpassing nu de mogelijkheid scherp te zijn op het aantal stuks jongvee wat we aanhouden. Dit ligt nu op 5,1 per 10 melkkoeien.
Wat betreft het rantsoen is het mijn uitdaging om alle kwaliteitssoorten gras te gebruiken in het rantsoen. Dus ook hooi van natuurland en gras van extensief gebruikt huurland op afstand. En daar ligt meteen ook een strijdigheid met het verlagen van methaan. Want deze percelen leveren vaak een NDF-rijk product op, wat niet gunstig is voor de methaanemissiefactor van je rantsoen. Wat betreft de gezondheid van het vee ben ik ervan overtuigd dat dit type gras juist geschikt is. Een koe is immers een herkauwer! Het bijvoeren van een energierijk voedermiddel zoals perspulp, was gelopen jaar de manier om eiwitbenutting te verbeteren. Met wat snijmais ging hebben we dit gemengd laten voeren.

Hoe ging dit / hoe is dit bevallen?
Mijn indruk van water toevoegen aan mest is dat dit de grasgroei ten goede komt. Het benutten van de kwalitatief minder goede graskuilen blijft lastig wanneer dit een belangrijk deel van je rantsoen uitmaakt. Doordat ik een gemengd rantsoen liet voeren met meer aangekochte voeders heb ik desondanks afgelopen jaar (2023) voor het eerst een BEX-voordeel weten te realiseren. Wel is de reductie per liter melk gedaald.

Momenteel proberen we de uren weidegang in combinatie met robotmelken te verruimen. Met een ochtend- en avondronde lukt het (bij voldoende draagkracht) om 10 uur per dag te weiden. Door de sterk wisselende weersomstandigheden lukt dit ook wel eens een paar dagen niet.

Dit jaar hebben wij ook de strategische keuze gemaakt om biologisch te gaan boeren. We zijn dit jaar dus in omschakeling. Op onze N2000 locatie, waar al weinig kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt werden is de stap naar biologisch niet heel groot.

Vooruitkijken

Wat is hierbij je grootste uitdaging?
Ik vind het een grote uitdaging om straks alleen met gras en brok, en misschien wat bio mais, een kloppend rantsoen te verstrekken. Doordat bijvoorbeeld perspulp uit het rantsoen gaat, wordt het soberder voor de koeien. Anderzijds voelt het goed meer op het beschikbare gras te focussen en ons bedrijf toekomstbestendig te maken op de plek waar we boeren.
De methoden voor het verlagen van methaanuitstoot staan nog wel eens haaks op andere uitgangspunten, dus daar ligt een uitdaging. Of misschien juist wel niet, omdat verlaging niet realistisch is.

Vanaf 2022 aan de slag – eerste focus op ammoniak

Het doel van Netwerk Praktijkbedrijven is -30% ammoniak- en methaanemissies in 2025, ten opzichte van 2020. Het eerste projectjaar (2021) was voor de 40 onderzoeks- en demonstratiebedrijven een ‘inregeljaar’. De deelnemers zijn in dit jaar nog niet aan de slag gegaan met de maatregelen. In 2022 zijn zij actief gestart met het volgen van het routeplan. Daarbij lag de eerste focus op ammoniak, omdat daar de meeste kennis van beschikbaar is. In 2022 werd dus nog niet bewust gestuurd op het verlagen van methaanemissie.

Gerelateerde deelnemers

Christiaan van dalfsen 19 portret

Christiaan van Dalfsen

melkveehouder in Staphorst

Demonstratiebedrijf

Overijssel - Veen - 180 dagen weidegang - Derogatie: Ja - Gangbaar - 13836 kg meetmelk / ha

Lees verder