
Wat heb je het afgelopen jaar gedaan om ammoniak- en methaanemissies te verlagen?
We zijn begonnen met een rantsoenberekening. Deze hebben we scherper ingezet voor het ruw eiwit. De streefwaarde in de rantsoenberekening is nu 155 gram ruw eiwit (per kg DS berekend rantsoen). Dit is iets hoger dan de streefwaarde van 150 gram in de kwadranten, maar daar staat tegenover dat wij ook een hoge energiedichtheid in het rantsoen hebben (bijna 1.050 VEM). We streven ernaar om zoveel mogelijk te melken vanuit het ruwvoer. Hierbij stel ik mezelf en de voeradviseur de doelstelling om onder de 25 kg krachtvoer en bijproducten per 100 kg melk te blijven. Dit lukt niet altijd, maar we komen wel in de buurt.
Na de opgestelde rantsoenberekening heb ik in praktijk bijgestuurd op basis van het ureum. Hierbij streef ik naar een ureum van 14-15. Kom ik hier boven, dan gaat er wat eiwitmix uit in de basis. Zitten we onder de streefwaarde, dan voegen we weer wat eiwitmix toe. Voor mijn gevoel is een ureum van 12 de ondergrens voor een gezonde veestapel met een goede productie. Bij een ureum lager dan 12 zie ik de melkproductie zakken.
Naast de inzet op het rantsoen, zijn we ook bijna alle mest gaan aanwenden met de sleepslang. Hierdoor konden we alle mest verdund aanwenden, wat goed is voor de NH3-emissie. Met de loonwerker hebben we in 2022 ook 1 op 1 verdunning van de mest met water toegepast. Dit ging echter wel ten koste van de capaciteit. Omdat de omstandigheden op het moment van uitrijden gunstig waren het afgelopen jaar (regenachtig weer, neerslag van betekenis na het uitrijden van de mest), hebben we 1:2 (water-mest) verdunning toegepast. In mei is de laatste mest aangewend.
Tot slot zijn we afgelopen jaar (niet bewust) frequenter gaan maaien. Dit kwam zo uit met de weersomstandigheden. Frequenter maaien zou gunstig moeten uitpakken voor de kwaliteit van de grassnedes in relatie tot de EF methaan. Ik ben benieuwd wat we hier van gaan terugzien in de resultaten.