×
×

Hoe verlaagt Richard ammoniak- en methaanemissies op zijn bedrijf?

De onderzoeks- en demonstratiebedrijven zijn het middelpunt van Netwerk Praktijkbedrijven. Een gevarieerde en betrokken groep melkveehouders met verschillen in intensiteit, grondsoort en bedrijfsvoering die gaan voor minder ammoniak én methaan. De manier waarop zij ammoniak- en methaanemissies verlagen is echter voor ieder bedrijf verschillend. Demonstratiebedrijf Richard de Bie vertelt over zijn aanpak.

Terugkijken

Wat heb je het afgelopen jaar gedaan om ammoniak- en methaanemissies te verlagen?
We zijn begonnen met een rantsoenberekening. Deze hebben we scherper ingezet voor het ruw eiwit. De streefwaarde in de rantsoenberekening is nu 155 gram ruw eiwit (per kg DS berekend rantsoen). Dit is iets hoger dan de streefwaarde van 150 gram in de kwadranten, maar daar staat tegenover dat wij ook een hoge energiedichtheid in het rantsoen hebben (bijna 1.050 VEM). We streven ernaar om zoveel mogelijk te melken vanuit het ruwvoer. Hierbij stel ik mezelf en de voeradviseur de doelstelling om onder de 25 kg krachtvoer en bijproducten per 100 kg melk te blijven. Dit lukt niet altijd, maar we komen wel in de buurt.
Na de opgestelde rantsoenberekening heb ik in praktijk bijgestuurd op basis van het ureum. Hierbij streef ik naar een ureum van 14-15. Kom ik hier boven, dan gaat er wat eiwitmix uit in de basis. Zitten we onder de streefwaarde, dan voegen we weer wat eiwitmix toe. Voor mijn gevoel is een ureum van 12 de ondergrens voor een gezonde veestapel met een goede productie. Bij een ureum lager dan 12 zie ik de melkproductie zakken.

Naast de inzet op het rantsoen, zijn we ook bijna alle mest gaan aanwenden met de sleepslang. Hierdoor konden we alle mest verdund aanwenden, wat goed is voor de NH3-emissie. Met de loonwerker hebben we in 2022 ook 1 op 1 verdunning van de mest met water toegepast. Dit ging echter wel ten koste van de capaciteit. Omdat de omstandigheden op het moment van uitrijden gunstig waren het afgelopen jaar (regenachtig weer, neerslag van betekenis na het uitrijden van de mest), hebben we 1:2 (water-mest) verdunning toegepast. In mei is de laatste mest aangewend.

Tot slot zijn we afgelopen jaar (niet bewust) frequenter gaan maaien. Dit kwam zo uit met de weersomstandigheden. Frequenter maaien zou gunstig moeten uitpakken voor de kwaliteit van de grassnedes in relatie tot de EF methaan. Ik ben benieuwd wat we hier van gaan terugzien in de resultaten.

Hoe ging dit / hoe is dit bevallen?
Rantsoen: Het bevalt goed, omdat de melkproductie goed blijft en het ureum lager is dan in het verleden. Bij aanvang van het project was ons ureum gemiddeld 20. In 2023 zaten we op een gemiddelde van 14. Dit scheelde afgelopen jaar zo'n 300 m3 mestafvoer. Omgerekend is dit bijna €20,- per m3, dus in totaal een besparing van zo'n €6.000,- aan mestafzetkosten. Financieel gezien interessant als je alleen kijkt naar de mestafvoer. Dan reken ik het eiwit dat ik minder heb gevoerd nog niet eens mee. Het verraste ons wel dat we in de KringloopWijzer eigenlijk niet onder de 165 gram RE uit kwamen. Terwijl je op basis van de rantsoenberekening (die we in de uitvoering strak volgden) en het ureum zou verwachten dat we dichter op die 150 gram RE zouden zitten.

Het mest aanwenden met de sleepslang beviel ook goed. Ik heb het idee dat de benutting van de mest hoger is en het daarnaast beter is voor mijn land. Hier blijven we dus mee doorgaan. Het moment van maaien blijf ik vooral kiezen op basis van de weersomstandigheden. Echt kalendermaaien zonder naar het weer te kijken doen we niet. Afgelopen jaar is alle dierlijke mest in de eerste helft van het groeiseizoen uitgereden. Dit is volgens mij ook gunstig voor de emissie qua weer. In het najaar hadden we evengoed nog partijen gras met voldoende RE (>175 gram).

Vooruitkijken

Wat doe je dit jaar om ammoniak- en methaanemissies te verlagen?
Het jongvee dat eerst bij de opfokker stond, is in 2022 naar huis gekomen. Ik ben daarna wat (te) enthousiast geweest in het aanhouden van kalveren. Bij het beoordelen van de Navigator-uitkomsten kwam dit al naar voren. In 2023 zaten we net iets boven de 6 stuks jongvee per 10 melkkoeien. We zitten daar nu weer kort op en gaan eind 2024 naar minder dan 5 stuks jongvee per 10 melkkoeien.

In het rantsoen van het jongvee denken we nog een verscherping in het ruw eiwit te kunnen doorvoeren. Ik ga daarom dit jaar ook actief een rantsoenberekening maken en volgen voor het jongvee vanaf 10 maanden, om straks onder de 150 gram RE uit te kunnen komen.

Voor wat betreft het oogsten kiezen we ervoor om de eerste snede rond 5 mei te maaien. De tweede snede kunnen we normaal gesproken begin juni weer maaien. Deze mag wel iets doorschieten, maar blijft dan een kwalitatief goede snede. De derde snede schiet dan vaak wel meer door, maar daar ontkom je niet aan.

Wat is hierbij je grootste uitdaging?

Komend jaar gaan we meer grond gebruiken op het bedrijf, waardoor we extensiveren. Hierdoor zullen we minder mest afvoeren en meer mest aanwenden, waardoor de emissies in de KringloopWijzer op ons bedrijf zullen stijgen. Anderzijds geeft de extra grond wel iets meer ruimte in het bouwplan voor het telen van meer mais. Hierdoor zullen we iets meer mais kunnen voeren in het rantsoen, wat meer mogelijkheden geeft om scherper te kunnen sturen op het ruw eiwit.

Het rantsoen van het jongvee kunnen we op het gebied van ruw eiwit, nu niet met behulp van onze graspartijen verlagen. Alleen maar stro toevoegen lijkt me ook niet wenselijk, omdat er dan wel een behoorlijk aandeel stro het rantsoen in kan lopen. Het mooiste zou zijn om een snede apart te kuilen voor het jongvee. Dit hoefde in het verleden niet op het eigen bedrijf. Dit is een nieuwe uitdaging waar we goed invulling aan moeten geven in 2024.

Vanaf 2022 aan de slag – eerste focus op ammoniak

Het doel van Netwerk Praktijkbedrijven is -30% ammoniak- en methaanemissies in 2025, ten opzichte van 2020. Het eerste projectjaar (2021) was voor de 39 onderzoeks- en demonstratiebedrijven een ‘inregeljaar’. De deelnemers zijn in dit jaar nog niet aan de slag gegaan met de maatregelen. In 2022 zijn zij actief gestart met het volgen van het routeplan. Daarbij lag de eerste focus op ammoniak, omdat daar de meeste kennis van beschikbaar is. In 2022 werd dus nog niet bewust gestuurd op het verlagen van methaanemissie.

Gerelateerde deelnemers

Richard de bie 31

Richard de Bie

melkveehouder in Werkhoven

Demonstratiebedrijf

Utrecht - Klei - 145 dagen weidegang - Derogatie: Ja - Gangbaar - 28515 kg meetmelk / ha

Lees verder