×
×

Kringlooptip: kijk en plan vooruit voor een optimale eiwitbenutting

Zodra het bemesten erop zit, is het wachten totdat je het gras kunt oogsten in de vorm van kuil of beweiding. Maar wat is nu het juiste moment voor een optimale eiwitbenutting?

Weidegang

Met weidegang benut je het eiwit uit het gras het beste. Zo gaat het eiwit uit het verse gras direct de koe in, wat ervoor zorgt dat het goedkoop is én je geen verliezen leidt. Zodra je gestart bent met weidegang kun je vervolgens op stal de eiwitcorrectie beperken. Wees hierbij niet bang voor een laag ureum! Een laag ureum is namelijk een teken van een hoge stikstofefficiëntie en economisch goed boeren (uitgaande van gezonde dieren, goede gehalten en goed verteerde mest).

Kuilen

Een groot deel melkveehouders is al bezig met de 1e snede of heeft deze inmiddels al geoogst. Door de bemesting en de zwaarte van de snede ligt het ruw eiwitgehalte in principe vast. Echter zijn er wel grote verschillen in DVE (darm verteerbaar eiwit) en OEB (onbestendig eiwit balans) tussen kuilen. In het algemeen kun je zeggen dat hoe droger de kuil, hoe beter deze is.

Om ervoor te zorgen dat de kuil bij het uitkuilen nog steeds goed geconserveerd is, kiest een deel van de melkveehouders er de afgelopen jaren vaker voor om minder droog in te kuilen. Echter, dan heb je ook te maken met verliezen in de voederwaardes. Het is daarom van belang om de grens op te zoeken: een zo droog mogelijke kuil die je tijdens het voeren ook nog goed kunt houden. Maatregelen die je hierbij kunnen helpen, zijn bijvoorbeeld het goed aanrijden van de kuil, gebruik maken van een afdeklaag met een vochtig bijproduct of meer grond op de kuil. Maar ook een andere manier van uitkuilen waarbij je gebruik maakt van een vlakker snijvlak, bijvoorbeeld door gebruik van een kuilvoersnijder in plaats van een grijpbek, kan een bijdrage leveren.

Door vooruit te kijken en na te denken over de voerstrategie van het nog te oogsten gewas kom je zeker tot de juiste keuze!

Bron: KringloopTips van Mijn KringloopWijzer


Begrippenlijst

DVE (Darm Verteerbaar Eiwit) is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar en verteerbaar is in de dunne darm. De koe maakt van DVE uiteindelijk melk en melkeiwit.

OEB (Onbestendige Eiwit Balans) geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee in balans zijn. Op rantsoenniveau is OEB een heel belangrijk kenmerk. Veel factoren hebben invloed op het OEB gehalte in gras: zonlicht, temperatuur, bemestingsniveaus, maaihoogte en droge stof gehalte.

(bron: Eurofins Agro)

Lees verder