Waarom is meten zo belangrijk?
“Als we de emissies in de melkveehouderij fors willen reduceren, is het noodzakelijk dat we goed weten waar de emissies plaatsvinden en hoe die zijn te beïnvloeden. In Nederland worden emissies uit de totale (melk)veehouderij berekend met het NEMA-model (National Emission Model for Agriculture). Op bedrijfsniveau kan een veehouder met de Kringloopwijzer (KLW) inzicht krijgen in de mineralenstromen en -verliezen. De rekenregels in beide modellen zijn gebaseerd op eerdere onderzoeken en zijn internationaal erkend. Voor de ammoniakemissie uit de stal wordt in deze modellen gebruik gemaakt van de emissiefactoren uit de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). De methaan- en lachgasemissie wordt berekend op basis van gemiddelde voeropname en voer- en mestsamenstelling. Dat geeft een goed beeld van de landelijke gemiddelden, maar op bedrijfsniveau kunnen grote verschillen optreden. Daarom vinden we het noodzakelijk dat op een deel (15) van de in totaal 40 onderzoeks- en demonstratiebedrijven, de stalemissies daadwerkelijk gemeten worden. In het eerste jaar wordt daarmee het referentieniveau wat betreft ammoniak-, methaan- en lachgasemissies uit de stal vastgesteld. Zodat we op basis daarvan kunnen werken aan efficiënte en haalbare maatregelen waarmee melkveehouders aan de slag kunnen om ammoniak- en methaan te reduceren op hun bedrijf.”