Velen zijn ondanks de koude start van april, al begonnen met weidegang. Begrijpelijk, want vroeg starten met weiden draagt bij aan een goede grasbenutting. Vroeg én goed weiden is wel echt vakwerk. Daarom hebben we 5 praktische tips en ervaringen van boeren en begeleiders op een rijtje gezet waarmee je van een vroege start ook een succesvol begin van het beweidingsseizoen kunt maken.
5 praktische tips voor vroeg én goed weiden
1. Controleer de draagkracht
Draagkracht is dé basis voor een succesvolle start van je beweidingsseizoen. Met de regenval medio maart en de droge dagen eind maart kan de draagkracht op veel percelen al voldoende zijn. Op andere percelen kan deze net wel of net niet goed genoeg zijn. Te vroeg het land op zorgt voor schade aan grond en gewas. Maak dus een ‘farmwalk‘ door de percelen om goed zicht te krijgen op de stand van je percelen en je gras.
2. Wees alert op eiwit
De koeien nemen met het verse gras al vrij veel extra eiwit op: voer daarom minder eiwit in de bijvoeding op stal. Een directe besparing van minimaal een halve kilogram soja- of raapschroot is mogelijk. Dit levert zowel reducering op van de stikstof-input als een forse besparing in euro’s! Zit het even tegen met de grasgroei, dan is bijsturen met bijvoeding op stal de makkelijkste manier om de koeien op melk te houden, maar ook hier geldt: let op het eiwitgehalte in het totale rantsoen: je voert gemakkelijk te veel, want het gras is eiwitrijk.
3. Laat je niet verrassen
In de tweede helft van april versnelt de grasgroei. De groei kan per dag oplopen naar 100-150 kg ds/ha op weidepercelen en 150-200 kg ds/ha per dag op maaipercelen. Laat je dus niet verrassen en zorg ervoor dat je weet wat er staat. Met een grashoogtemeter kun je wekelijks je grashoogte bijhouden. Zo houd je de controle en kun je slim(mer) benutten. Schroom dus niet om een perceel waar te veel gras staat over te slaan bij de beweiding en bestem het voor maaien. Het gras groeit doorgaans ‘de bek in’. Laat de koeien volop profiteren van dit uitmuntende verse gras en beperk de bijvoeding in de stal.
4. Geef grasland aandacht
Een goede verzorging van het grasland betaalt zich altijd terug: het land slepen en/of landrollen is vaak nodig. Ook is het nu de tijd voor de mollenbestrijding, ze zijn nu actief. Niet alleen, maar vaak samen. Vang ze dus voordat ze voor royaal nageslacht zorgen. Minder mollenbulten = minder ruw as in de kuil.
5. Stuur vanuit je systeem
Hoe je stuurt in beweiding verschilt per systeem, houd daarbij het volgende in gedachten:
- Stripweiden/rantsoenweiden: sturen doe je met het aantal meters per koe per dag, afhankelijk van de gewenste opname en de graslengte.
Vuistregel: bij 7,5 kg ds per dier per dag, circa 50 m2 per koe per dag. - Omweiden met perceel op vaste maat: sturen op basis van vaste grashoeveelheid. Bijvoeding en weide-uren afstemmen op de opname. De geplande omloopsnelheid (aantal dagen voor dat je rond bent) niet verhogen, maar gelijk houden door de bijvoeding aan te passen.
- Roterend standweiden: sturen op basis van gelijkblijvende grashoogte, 8-12 cm. Koeien eten de dagelijkse bijgroei. Varieer om de grasgroei erin te houden daarom in bijvoeding en aantal weide-uren, en oppervlakte van het blok.
Op www.stichtingweidegang.nl lees je trouwens hoe je in 3 stappen eenvoudig en goed kunt weiden.
