(Bijna) iedere melkveehouder heeft wel eens partijtjes voer die bemonsterd moeten worden vanwege het gebruik van de BEX-berekening in de KringloopWijzer, maar die zonder wetgeving niet bemonsterd zouden worden. Dit kan geoogst voer zijn van kleinere percelen op afstand (ander maai-regime dan reguliere percelen), uitmaaien van weidepercelen, stukje gras met beheerovereenkomst, et cetera.
De vraag is gesteld door een boer met een hele specifieke situatie: deze boer maait relatief kleine stukken per keer (afhankelijk van het weer). Na voordrogen op het land (maximaal twee nachten), wordt het gras opgeraapt (opraapwagen zonder messen) en op de vloer in de schuur gelost. Met een speciale kraan brengt hij het hooi in een grote bak, met onderin een betonmat met mazen van 20*20 cm, ongeveer 50 cm van de bodem. Door deze tussenruimte en de mazen wordt warme lucht geblazen, waarmee het gras verder droog gemaakt wordt, tot het echt hooi is. Dit gras wordt tijdens het droogproces meerdere keren door elkaar gemengd om een homogeen, droog product te krijgen.
Er zijn zo twee bakken (van elk 1200 m3) die vol worden gemaakt. Indien nodig worden ze ook weer leeg gemaakt en los gestort, waarna de bak opnieuw gebruikt wordt om hooi te maken.
Een monstersteken lukt niet, omdat het hooi niet in de monsterbuis komt, maar aan de kant gedrukt wordt. Advies is dan ook om van elke opraapwagen een grijpmonster voorgedroogd gras te pakken en hier hooi van te maken. Als er één bak vol is (of eventueel per vijftig of honderd opraapwagens), kunnen deze grijpmonsters gezamenlijk één groot monster vormen voor de echte monstername. Goed mengen is dan belangrijk. Op basis van de maatvoering en de vulling van de bakken kan nu een partijberekening ingeschat worden. Bij een ‘normale’ monstername is er ook sprake van een partijberekening.
Vertalen we dit naar ‘de brede praktijk’ met meerdere kleine partijtjes dan zijn plukmonsters geen optie. Wat wel kan is van meerdere partijen een steekmonster te pakken, en hier weer één totaalmonster uit te genereren. De diverse balen en/of kuilen kunnen dan naar rato ingemeten worden in de partijberekening. Hiermee is de verhouding van dit voer binnen het bedrijf in ieder geval kloppend, en ook de voederwaarde geeft een hele goede indicatie.
We willen werken met eerlijke cijfers en aantonen dat we het goed doen. Hoe meer er gemeten wordt, hoe meer zekerheid. Maar er is ook een economisch argument. Elk extra monster kost extra geld, en de opbrengsten nemen niet toe. De monsternamen van deze partijtjes (die vaak naar het jongvee gaan) geven net die extra betrouwbaarheid die we als sector nodig hebben om vragen achteraf te voorkomen.